Bevruchting
Veertien jaar eerder
–
‘OPROTTEN! NAAR BUITEN! NU!’
De jonge vrouw is niet alleen erg woest, ze is ook erg naakt. Het haastig van bed getrokken laken slingert alle kanten op in haar gebalde vuisten en bedekt haar lichaam maar nauwelijks.
Uiteindelijk laat ze het helemaal los. De jongeman naast haar op bed trekt het snel over zich heen. Hij lijkt te overdonderd om iets te zeggen.
Tot drie minuten geleden was alles perfect geweest. Ze waren jong, verliefd en net getrouwd. Ze hadden net met elkaar gevreeën en waren weer half in slaap gedommeld toen de slaapkamerdeur met een harde klap open was gevlogen. Twee vrouwen en twee mannen waren naar binnen gestapt, Mensen die ze als hun vrienden beschouwden. Docenten van de middelbare school waar ze nog maar drie jaar geleden examen hadden gedaan. Ze hadden er ongemakkelijk en gegeneerd uit gezien. Zelfs Kwant, hun oude leraar Natuurkunde, had er minder zelfverzekerd uitgezien dan normaal.
‘Wat de f… Zebedeus?’
‘Het spijt me vreselijk Marianne… en Jan.’
Hij knikt even naar de jongeman op bed, ‘Dit is een noodsituatie. Dit moet. De wereld is in gevaar.’
‘Wát?’
Hij antwoordt niet maar haalt een dik pakket perkament uit zijn tas waarvan de onderkant zwart is geblakerd alsof hij net uit een brandende haard is gered. Bovenaan de eerste pagina is het woord ‘Egalpezzo’ te lezen, geschreven in een elegant Middeleeuws handschrift met veel krullen. Daaronder namen, verdeeld over twee kolommen. De linker kolom, geschreven in rode inkt, de rechter in groene.
‘Moeten jullie daarom hier midden in de nacht binnen komen vallen? We staan allebei op die lijst, net als jullie. Dat weet jij als geen ander. Jij beheert die lijst.’
‘Nee, je begrijpt me verkeerd. Niet omdat jullie erop staan… nee… drie kwartier geleden verscheen er een nieuwe naam… jullie dochter. Met zoveel kracht dat hij de lijst in lichterlaaie zette. Jullie dochter bedreigt de wereld.’
–
Wanneer een half uur later de slaapkamerdeur weer dicht klikt, zakt Marianne terug op bed. Jan kijkt in ongeloof naar haar buik.
‘Je bent zwanger.’
‘Ja. Kennelijk. Wat een manier om erachter te komen.’
Ze zijn even stil.
‘Gefeliciteerd.’
Nu moet ze lachen en geeft hem een kus, maar meteen is ze weer serieus.
‘Dit gaat niet goed komen.’