Schermafbeelding 2021-01-15 om 12.12.23.png

65 / Gilde

Ik sta vastberaden op uit de grote leunstoel en hoor mezelf beleefd maar gedecideerd afscheid nemen van mijn buurman, mijn geschifte buurman naar nu blijkt.

Waar ik me het meeste zorgen over maak, is of ik in mijn eentje de weg terug zal kunnen vinden. Het boekendoolhof is gigantisch en ik heb geen broodkruimels gestrooid.
‘Mooi… oké… eh… het was heel… eh… leerzaam, maar nu moet ik gaan. Mijn oma zal wel ongerust zijn en…’
‘Tuurlijk Daan, ik snap het volkomen.’

Alarmbellen gaan af. Dit gaat veel te makkelijk. Geschift of niet, ik had hem niet ingeschat als iemand die makkelijk opgeeft.
‘Deze kant toch?’ vraag ik terwijl ik de achterdocht niet geheel uit mijn stem kan weren.
‘Het is makkelijker dan je denkt Daan. De weg terug is altijd korter dan de weg heen.’
Man, wat zou het fijn zijn als mensen in mijn omgeving wat minder in paradoxen zouden praten.

Ik pak een kaars en bereid me voor op de lange tocht terug, maar wanneer ik recht voor de opening sta, zie ik een kaarsrechte gang met aan het einde de voordeur. Hoe is dat mogelijk? Het gangetje is niet eens lang. Wat is hier aan de hand? Ik zet een argwanende voorzichtige stap. Er gebeurt niets. Natuurlijk gebeurt er niets. Maar voor ik de volgende stap zet, zegt mijn buurman nog een laatste ding. De fout die ik maak, is dat ik luister.
‘Je bent natuurlijk niet de eerste of de enige die zijn of haar lot probeert te ontlopen. Miljoenen zijn je voorgegaan in een poging om het onvermijdelijke te vermijden. Tevergeefs natuurlijk. Uiteindelijk gebeurt het allemaal toch, maar dan met meer pijn en frustratie. Je moeder bijvoorbeeld…’
Ik kijk als door een wesp gestoken op.
‘… beende gelijk na mijn eerste zin al naar buiten en sloeg de deur zo hard dicht, dat boeken uit de kasten vielen.’
Bluf, denk ik, gewoon bluf. Toch werkt het. Ik sta nog steeds waar ik sta.

‘Mijn moeder?’
‘Ze was iets ouder dan jij nu en ik was jong en arrogant. Het was natuurlijk onuitsprekelijk overmoedig van me om te denken dat een meisje met zo’n enorm talent naar me zou luisteren. Toch moest ik het proberen. Ik dacht echt dat zij het was.’
‘Dat ze hét was? Wát was?’
‘De breker van het evenwicht. Degene die in zoveel geschriften is voorspeld, en waar zoveel ingewijden op hebben gewacht. Degene die het voortbestaan van de wereld bedreigt. Dat lezen al die jaren,’ – hij maakt een weids gebaar naar de enorme hoeveelheid boeken om ons heen – ‘heeft meer onzin opgeleverd dan een verstandig mens kan verdragen. Soms dacht ik dat het ultieme tijdsverspilling was. Soms dacht ik dat ik gek werd, maar… zo heel nu en dan, vond ik een schilfer zuiver goud tussen alle rotzooi, een parel in de zwijnendrek. Heel soms vond ik een facet van ware kennis en wijsheid die lang vervlogen had moeten zijn. Zo bouwde ik splinter voor splinter aan een dieper begrip van het evenwicht, dieper dan het Gilde in eeuwen had gehad. Ik herontdekte het oerprincipe dat ervoor zorgt dat de wereld zoals we die kennen niet als een kaartenhuis in elkaar stort. Het heeft vele namen in vele talen Daan, maar wij noemen het Egalpezo. Het evenwicht dat alles in stand houdt.

Je hebt vast wel eens superheldenstrips gelezen of superheldenfilms gezien. Het zijn de mythes en legendes van onze tijd. Ze doen verslag van de universele strijd tussen goed en kwaad. Niet alleen strips natuurlijk, maar ook in de klassieke mythologie en boeken als Lord of the Rings en Harry Potter die daarvan af zijn geleid. Het goede moet van het kwade winnen en dan komt alles goed. Lijkt logisch niet waar.’ 
Ik trap er niet in. Ik herken een retorische vraag ondertussen op kilometers afstand. Ik hou dus mijn mond. Zijn ogen twinkelen.
‘Goed zo Daan, niet overal intrappen.’ Gelijk gaat hij weer serieus verder. ‘Hoewel alles zich afspeelt tussen de polen ‘goed en ‘kwaad’, is het zeker niet waar, dat de ene het van de andere moet winnen. Integendeel… het zou zelfs een ramp zijn wanneer het goede het zou winnen van het kwade. Winnen is helemaal niet relevant, het gaat om het evenwicht en geloof me, het valt niet mee om dat te bewaren. Als het serieus verstoord wordt, dan stort alles in elkaar en dat bedoel ik heel letterlijk.’

Ik sta nog steeds waar ik sta in de hoop iets meer over mijn moeder te horen en hou mijn mond, maar kennelijk heeft hij mij niet meer nodig voor een gesprek.
‘Wat is dan het midden? Zal je vragen. Dat is niet zo eenvoudig. Daar hebben veel briljante geesten hun hoofd over gebroken. Alles is tenslotte in beweging. We golven om een middengebied heen dat ook nog eens verschuift van eeuw tot eeuw, afhankelijk van de heersende moraal. Soms naar de kant van het goede en meestal naar de kwade. Niet al te ver gelukkig, anders waren we er nu niet meer geweest. Kleine wankelingen corrigeren zichzelf, maar soms wordt het evenwicht zo ernstig in gevaar gebracht dat er ingegrepen moet worden. En daar ben ik voor, ik bedoel, daar zijn wij voor.’

Ik sta nog steeds richting de uitgang, maar beweeg nog steeds niet. Eigenlijk weet ik niet waarom. Misschien is het zijn stem. Misschien is het omdat wat hij verteld iets met mij te maken heeft, al snap ik niet hoe.

‘Al heel vroeg in de geschiedenis van de mensheid, waarschijnlijk in de hoogtijdagen van Egypte, is er een gilde van ingewijden opgericht. Mensen met grote vaardigheden, inzichten en — bij gebrek aan een beter woord — gaven. Deze ingewijden, opereerden in het uiterste geheim en stonden los van politiek, geslacht, ras of sociale klasse. Slechts één ding was belangrijk, hun vermogen om voortekenen van naderend onheil te lezen. In het begin leek het nog nergens op. Vele malen is de wereld op een haar na vergaan. Sommige verhalen daarvan zijn verworden tot mythes en legendes, zoals Atlantis en de zondvloed of verworden tot voorspellingen van het einde der tijden; Armageddon, Nagnarök, De dag des oordeels of het einde van de Maya kalender.’

Plotseling kijkt hij me onderzoekend aan of hij wil peilen wat ik ervan vind. Ik voel dat ik iets moet zeggen, maar ik heb geen idee wat.
‘Euh… mijn oma, maakt zich ook nogal druk over goed en kwaad maar ik heb haar nog nooit iets positiefs over de duivel horen zeggen en ik zou u adviseren om dat in haar gezelschap ook niet te doen, tenminste niet als u niet begraven wilt worden onder een berg spreekwoorden en zegswijzen die het tegendeel beweren.
‘Haha, ja, je oma is me er eentje, Daan. God en de Duivel, precies. Helemaal haar ding, en dan moet je bedenken dat God en de Duivel nog maar relatief kort bestaan. Daarvoor was het een stuk minder overzichtelijk. Toen buitelden de goede en kwade goden in grote hoeveelheden over elkaar heen. Meer dan je oma aan spreekwoorden kan bedenken.’
Mmmm, denk ik ongemakkelijk, hij lijkt mijn oma behoorlijk goed te kennen.
‘Hoe weet…’
‘Ik doe altijd “onderzoek” voordat ik ergens ga wonen Daan. Ik wil graag weten waar ik terechtkom. Je begrijpt vast wel waarom, nu je meer weet over mijn verleden.’

‘Zeg… eh… dat… gedachtenlezen, kunt u dat laten?’ Weer, en even onverwacht als de vorige keer, barst hij in lachen uit.
‘Hahahaha, gedachten lezen, geweldig… maar ik moet je teleurstellen Daan, ik kan natuurlijk helemaal geen gedachten lezen.’
‘Maar hoe?’ 
‘Het is niet bepaald moeilijk om te raden wat jij denkt Danielle Kwintens. Het staat in grote woorden op je gezicht geschreven. Een beetje mensenkennis doet de rest. Je dacht toch niet dat er een draadje aan me los zat soms?’
‘Nou… eh… ik… eerlijk gezegd…’
De lach wordt alleen maar breder. 

‘Geloof me, ik snap als geen ander, dat wat ik je vertel absurd overkomt, maar dat maakt het alleen nog niet minder waar.’
Ik weet ondertussen niet meer wat ik moet denken of geloven en haal halfslachtig mijn schouders op.
‘Je moet goed begrijpen, en dit is meestal het moeilijkste om te verwerken, dat het gilde amoreel is. Niet zonder moraal, in tegendeel, maar de bestaande en gangbare definities van goed en kwaad betekenen niets voor hen. Er bestaat voor hen maar één ding, en dat is het evenwicht. Alles wat dat evenwicht in gevaar brengt, moet geëlimineerd of gecompenseerd worden, koste wat het kost.’

Het ontgaat met niet dat hij nu opeens in de tegenwoordige tijd spreekt. 
’Ik zal je een voorbeeld geven van één zo’n gebeurtenis uit de geschiedenis, zodat je een beetje begrijpt over wat ik het heb. Bereid je maar voor op een schok, want het zal je helemaal niet bevallen.’
De irritatie begint weer op te spelen. Ik ben geen klein kind meer.
‘Ja ja, kom nu maar op met dat, oho, zoho verschrikkelijke verhaal.’
Mijn geduld is nu wel genoeg op de proef gesteld. Mijn vader is ontvoerd en ik sta nog steeds hier te luisteren naar mijn buurman zonder dat ik weet of me dat gaat helpen. Ik ben uitgeput en geïrriteerd. Woede is het enige wat me nu op been houdt.

‘Oké, daar gaan we dan. Ik neem aan dat je nogal bijbel-vast opgevoed bent door je oma?’
Ik lach schamper en ik denk aan de lange voorlees-sessies voor het slapen gaan toen ik klein was, waarbij Omi maar één boek gebruikte, de bijbel. Niet bepaald een kindvriendelijke keuze, maar ik luisterde ernaar alsof het het spannendste avonturenboek ter wereld was. Pas toen ik doorkreeg dat Omi daadwerkelijk alles geloofde wat er in de bijbel stond, haakte ik af. Ik heb niet de behoefte om mijn lot in handen te leggen van een ‘hogere macht’ en al zeker niet in die van een oude man met een lange witte baard, gekleed in een wit laken maar met mijn Bijbelkennis is niets mis. Het was natuurlijk ook geen echte vraag. Hij wist dat allang.

‘Veel mensen geloven niet meer dat de verhalen in de bijbel werkelijk gebeurd zijn. Dat is ook heel begrijpelijk. Veel verhalen zijn verminkt, gecensureerd of gemythologiseerd in dat veel te dikke boek terechtgekomen. Het is verworden tot niet veel meer dan een lappendeken van nauwelijks samenhangende teksten. Toch betekent dat niet dat de onderliggende gebeurtenissen niet werkelijk plaats hebben gevonden.’
Ik trek mijn wenkbrauwen op.
‘Precies, dat is nogal wat en dat kan je natuurlijk niet vaststellen zonder bewijs. Je kunt dat alleen als er een tweede onafhankelijke bron voor die verhalen is, en je raadt het al, die is er. Het Gilde heeft sinds het begin van haar bestaan een onafhankelijke geschiedschrijving bijgehouden en aan de hand van die geschriften heb ik geconcludeerd dat veel verhalen in de bijbel wel degelijk gebeurd zijn. Sterker nog, ze zijn in veel gevallen door het gilde beïnvloed of geïnitieerd. Dus daar gaan we dan… de geboorte van Jezus.’

Wat zou ik graag gedachten kunnen lezen. Elke keer als ik af begin te haken of in slaap begin te sukkelen, trekt hij weer een nieuw konijn uit zijn hoge hoed.
‘De geboorte van Jezus???’ Ik probeer mijn verbazing achter cynisme te verbergen.
‘Het is nog lang geen kerstmis toch. Of, laat me raden, de drie wijzen uit het oosten waren lid van het Gilde…’
Weer die glimlach.
‘Nee, niet de drie wijzen Daan, wel iemand anders.’
‘De herders, of de koe, nee natuurlijk… de ezel.’
‘Hahaha, nee Daan, je zoekt in de verkeerde hoek.’
‘Oké, ik geef het op… wie?’
‘Koning Herodes.’ 

Ik voel een gevoel van misselijkheid langs mijn slokdarm omhoog kruipen.
‘H-h-h-erodes? Maar… maar… die heeft een bloedbad aangericht… Allemaal pasgeboren baby’s… Afgeslacht… Dat was een… een monster…’
De lange dunne man met de handen die elke pijn wegnemen, knikt treurig.
‘Ja, Daan, dat is de prijs die we misschien allemaal een keer moeten betalen. Het treurige feit is, dat een deel van het gilde de geschiedenis in is gegaan en zal gaan als een… tja… monster. Als de koning Herodes en de Judas van de geschiedenis, als de paus die heksenjachten heeft ontketend, als de Lee Harvey Oswalds of James Earl Ray’s van deze wereld, die zich als zondebok hebben opgeofferd na de moorden op JF Kennedy en Martin Luther King. De terroristen die met vliegtuigen het World Trade Centre zijn binnengevlogen op 9/11.

Een treurig lot voor helden die een hoger doel dienden. Een doel dat uitstijgt boven de geaccepteerde definities van goed en kwaad. Om het evenwicht te herstellen na een plotselinge overdosis ‘goed’ dat in de wereld kwam. Om de wereld van de ondergang te redden. De andere helft van ons, gaat de geschiedenis in als de erkende helden. Zij die zich hebben opgeofferd om een te veel aan kwaad te bevechten. De Lincolns en de Churchills van de geschiedenis. In elke oorlog zijn er velen, op de slachtvelden, onder de burgers en in de regeringen, maar ook Mozes die zijn volk bevrijdde en dwars door de woestijn naar het beloofde land leidde.

Toch achten we de eerste groep hoger. Zij moeten het stellen zonder de erkenning en lof van de wereld. Voor hen geen beelden, heldendichten of straatnamen. Je dacht toch niet dat het evenwicht de geboorte van Jezus uit zichzelf kon compenseren? Hij was een natuurramp en daar moest dus zo snel mogelijk iets tegenovergesteld worden, hoe afgrijselijk ook, anders waren we er nu niet meer geweest. Aan Herodes de afgrijselijk taak om dat te doen.’

Ik zak op de grond en ik gooi in één keer mijn volledige maag leeg over een waarschijnlijk heel uniek en onvervangbaar boek. Mweeuurghhhh. Ik begin te rillen. Voor het eerst sinds heel lang ben ik bang. Wie of wat is deze man? Is hij gek? Is hij gevaarlijk? Of erger nog, heeft hij gelijk? De rillingen lopen over mijn rug. Ik probeer met weinig succes te gaan staan, maar waar ik net nog een opening zag, zie nu alleen nog maar boeken.

Veel te laat dringt het tot me door dat ik veel te onvoorzichtig ben geweest. Ik had al moeten vluchten na twee bochten, toen dat doolhof onnatuurlijk groot bleek te zijn. Eerder al. Ik had moeten vluchten toen hij niet verbaasd bleek te zijn over mijn verhaal. Ik had moeten rennen toen hij mijn gedachten leek te kunnen lezen. Nu is het te laat en ben ik aan volledig aan hem overgeleverd.
‘Maak je geen zorgen Danielle, ik zal je niets doen. Ik probeer je alleen iets te leren, want of je nu wilt of niet, je bent onderdeel van deze geschiedenis. Sterker nog, zonder jou zou dit allemaal niet gebeuren.’ Hij loopt op me af terwijl ik nog vrijwel machteloos in die veel te grote stoel zit. Ik kan mijn ledematen haast niet bewegen. Is dat normaal? 
‘Danielle Kwintens, ik heb me vijfendertig jaar geleden vergist. Het draait niet om je moeder, het draait om jóú. Wat er negen maanden voor je geboorte gebeurde, was al een teken maar nu is het zeker.’

Hij gaat op zijn hurken tegenover me zitten. Ik kijk hem met grote ogen aan.
‘Wees niet bang, ik ben hier echt om je te helpen.’ Hij tilt zacht mijn hoofd op met zijn twee magistrale handen en fluistert me toe.
‘Eerst dacht ik dat je alleen wakker geschud moest worden. Dat je je moest herinneren waar je vandaan kwam en wie je in je vorige levens bent geweest en dat ik dan in staat zou zijn om een evenwicht met je te vinden. Nu besef ik dat dat onmogelijk is. Je bent te ongetraind en… nu ja… te dom. Er is maar één conclusie mogelijk: wij kunnen niet allebei tegelijkertijd bestaan. Eén van ons moet verdwijnen.

Hij nadert langzaam met zijn duim de plek op mijn voorhoofd, net boven mijn neus en tussen mijn wenkbrauwen, precies zoals Balthasar dat eerder vannacht heeft gedaan, en drukt erop. Gelijk voel ik me wegzakken. Rond mijn enkels trekt de mist omhoog, mijn hoofd begint te kloppen en mijn omgeving vervaagt.

HEKS

66 / Een lift, drie trucks en een keuken.