Schermafbeelding 2021-01-15 om 12.12.23.png

83 / Backlash

Bijna alle kaarsen zijn opgebrand en al telt hij ze nooit meer, hij weet dat het er precies 600 zijn. Jarenlang heeft hij ze aangestoken voor zijn moeder. Met de hand, tot hij een spreuk vond waarmee hij ze in één keer kon laten ontbranden. Het is een gevoel. Hij zou gelijk merken wanneer er ook maar één ontbrak. Kaarsen zijn natuurlijk onmogelijk ouderwets, maar hij heeft ze toch liever dan elektrisch licht. Geen ziel, geen gevoel en mensen zijn er te veel afhankelijk van geworden.

De afgelopen uren heeft hij als een standbeeld in de woonkamer gezeten, versteend tussen het leger van slinkende kaarsen, op de enige stoel die er staat. Dit huis is nooit bedoeld geweest om een thuis te zijn. Het was alleen een middel tot een doel: de beste locatie om Daniëlle Kwintens en haar vader in de gaten te houden, zonder zelf opgemerkt te worden. Tenminste dat was de bedoeling geweest, maar toen diezelfde Daniëlle Kwintens onverwacht voor zijn huis was opgedoken en door Angel bewusteloos naar binnen werd gesleept, was alles veranderd.

In eerste instantie was hij geschrokken maar al snel had hij de situatie in zijn voordeel kunnen draaien. Hij had het slim gespeeld, al zegt hij zelf. Ze waren vrienden geworden, tenminste dat had hij haar laten denken. Ze was hem gaan vertrouwen en de keren dat ze heimelijk bij hem langs was gekomen om even haar vader te ontvluchten, haar frustraties van zich af te praten of om raad te vragen, waren alleen maar in frequentie toegenomen. Zo had hij haar van dichtbij kunnen bestuderen: de breker van het evenwicht zijn. Iemand met zoveel kracht dat ze de wereld op haar grondvesten zou laten schudden.

Tot vannacht echter had hij niet heel veel opzienbarends aan haar op kunnen merken. Haar uitstapjes naar de andere dimensie waren dan wel opmerkelijk geweest, maar leken toch vooral een kwestie van geluk. Niet zoals haar moeder twintig jaar eerder. Die had veel meer controle gehad. Verder was ze niet meer dan middelmatig getalenteerd en dan drukte hij zich nog vriendelijk uit. Er was uiteindelijk maar één conclusie mogelijk geweest, zij was het niet en hij had niet geweten of hij nu opgelucht of teleurgesteld moest zijn. De wereld liep dan wel geen gevaar meer, maar zijn reputatie zou enorme schade oplopen. Enfin, het was wat het was en hij had geen reden gehad om aan zijn conclusie te twijfelen. Tot vannacht. Vannacht was alles veranderd. 

Achteraf gezien, had hij natuurlijk een veel te groot risico genomen door haar mee te nemen naar het hart van zijn bibliotheek. Hij had haar gewoon kunnen liquideren zoals de regels voorschreven, maar ze was zo onzeker, onbetekenend en hulpeloos geweest, dat hij het niet over zijn hart had kunnen verkrijgen. Hij moest haar nog één keer testen en de beste en snelste manier om vast te stellen of een reïncarnatie echt was of niet, was het boek. Herkenning is nu eenmaal een krachtige transformator. Iemand herkent zichzelf altijd, ook in vorige levens, al was het maar onbewust. Niet dat hij er veel van had verwacht, meer voor de zekerheid, en toen… gebeurde het toch. Sterker nog, zo’n krachtige terugslag had hij nog niet eerder gezien. Nog nooit was iemand bewusteloos achterovergevallen bij het zien van slechts één bladzijde.

Hij had haar opgevangen, in een fauteuil gezet en verzorgd tot ze weer bijkwam en toen… had hij alles er uitgegooid. Hij had zichzelf niet kunnen stoppen. De woorden waren van zijn lippen gestroomd alsof al de kennis die hij de afgelopen decennia had verzameld, zoveel druk hadden opgebouwd, dat hij uit elkaar zou klappen als hij het niet deed. Hij, Mastro, die zich voor niemand hoefde te verantwoorden, had alles verteld aan een meisje van 15, met een middelmatig talent. Over het Gilde en het Evenwicht en de afgrijselijke dingen die ze hadden gedaan om dat te bewaren. Bevangen door irrationele overmoed, had hij haar geholpen naar de schemerwereld terug te gaan en was zijn zeepbel van zelfoverschatting totaal onverwacht uit elkaar gespat. Er gebeurde iets wat hij nog nooit eerder had gezien, waarvan hij niet eens wist dat het mogelijk was: ze was verdwenen met lichaam en al. In één klap werd duidelijk hoe verkeerd hij de situatie had ingeschat en hoe niet zij, maar hijzelf, zijn plan kapot dreigde te maken. 

Even was hij verbijsterd in het midden van zijn bibliotheek blijven staan, was toen naar de woonkamer gelopen, had één telefoontje gepleegd, was gaan zitten en had zich daarna niet meer verroerd. Tot nu. De school, zijn meesterwerk, was op dit moment een slagveld en het was niet eens zeker of ze zouden winnen. Tijd om tot actie over te gaan.
‘Angel, schatje, het is tijd.’
‘Natuurlijk pap, ik kom eraan,’ klinkt een opgewekte stem uit het achterhuis. 

82 / Hartenkoningin

84 / Hoogmoed