‘We both know that this doesn’t need to happen my boy. Je hoeft alleen maar te vertellen wat je weet en al je problemen zijn voorbij.’ De opwinding in Perkins stem is ondertussen onmiskenbaar en Padjes verdoving volledig uitgewerkt. Hij schudt en trilt te veel van angst om ook maar iets te kunnen zeggen.
‘O well, a little pin prick then. Don’t blame me when it hurts. You do this to yourself. Let’s start slow and easy. Two fingers will suffice for now.’
Twee van de tien spelden die voor de vingers van Padje zweven, beginnen langzaam richting zijn vingertoppen te bewegen. Hij probeert wanhopig de tijd stil te zetten, of op zijn minst te vertragen, maar er gebeurt helemaal niets. Te moe, te weinig beheersing, te bang. Hij kan alleenmaar toekijken hoe de naalden zijn vingertoppen naderen. Zijn handen worden stilgehouden door een kracht die hij niet kan zien, terwijl de rest van zijn lichaam oncontroleerbaar schudt. Wanneer de naalden nog maar een halve centimeter van zijn twee middelvingers zijn verwijderd, draaien zijn ogen weg alsof ze een eigen wil hebben. Hij zet zich schrap voor de pijn. Perkins ademhaling versneld.
Een klop op de deur. Perkins vloekt binnensmonds. Tien naalden vallen tinkelend op de grond en vliegen terug naar het kistje waar ze uit kwamen. Met een klap slaat het dicht.
‘Jij verroert geen vin,’ sist hij Padje toe en zijn ogen laten hem pas los wanneer hij de deur opent zonder hem ook maar met een vinger aan te raken. Net genoeg om te kunnen zien wie ervoor staat. Het is duidelijk dat hij de persoon kent, toch is Perkins verbazing voelbaar wanneer de deur verder openzwaait en Padje tot zijn grote schrik de kleine gestalte van mevrouw Bleeker in de opening ziet staan.
‘Rosalie! Jij hoort hier helemaal niet te zijn. Die slome was voor mij. Dat was duidelijk afgesproken.’
Mevrouw Bleeker antwoordt net zo vaag en verward als normaal.
‘Eh… ja… ik… eh… andere plannen… hoogste hand…’
‘Hoezo verandering van plan?’ Perkins klinkt als een kind dat een groot stuk chocola wordt afgepakt.
‘Ik mocht doen met hem wat ik wilde. Daar was echt geen twijfel over. Dat heeft hij me zelf beloofd.’
‘Ja, ja, nee, nee, ik… eh… ‘
Padje kijkt naar het onwaarschijnlijke duo. De verwarde lerares biologie en de sadistische leraar Engels, maar dan zet Perkins onverwacht een ongecontroleerde stap naar achteren. Angst glijdt over zijn gezicht. Het ziet er merkwaardig uit: de veel grotere Perkins, die terugdeinst voor de fragiele vrouw in de deuropening. Perkins zet een tweede stap achteruit en begint te stamelen.
‘Wat doe je? Jij hoort bij ons.’
‘Niet schrikken, Robert.’
‘Bleekers stem in Padjes hoofd is helder als glas maar voor hij kan antwoorden, wordt hij afgeleid door een beweging in zijn ooghoek waar het enorme bureau van het kleine podium opstijgt en versnelt richting de deur. Bleeker maakt geen kans, beseft Padje vol afgrijzen, maar voor het zich op de vrouw stort, wijkt het van zijn baan en slaat met een klap tegen de muur. Perkins valt voorover alsof zijn knieën het begeven. Al vloekend en scheldend probeert hij weg te kruipen. Juffrouw Bleeker antwoordt zonder enige spoor van haar karakteristieke verwarring… in zijn hoofd. Haar lippen blijven vastberaden op elkaar geklemd.
‘Werkelijk, Cecile, een bureau? Je moet toch weten dat ik me niet zo makkelijk laat verrassen. Perkins kijkt nu echt doodsbang.
‘Rosalie, we staan aan dezelfde kant, we hebben altijd aan dezelfde kant gestaan. Als de baas hierachter komt dan…’ Mevrouw Bleeker haalt achteloos haar schouders op.
‘Je was altijd al een beetje te veel Befehl ist Befehl, net als je vriendje, die nu voor de poort doet alsof hij de Führer zelf is. Je had misschien een beetje kritischer moeten nadenken en wat meer moreel besef moeten tonen, dan stonden we nu misschien nog steeds aan dezelfde kant. Jij weet net zo goed als ik dat de baas zichzelf niet meer is sinds dat meisje op school is verschenen. Als ik je door had laten gaan met wat je met die arme jongen van plan was, dan zou ik niet beter zijn dan wat we zeggen te bestrijden.’
Perkins ligt met zijn gezicht op de grond en begint oorverdovend te schreeuwen en te schelden.
‘Vuile verraadster, hij zal je met huid en haar opvreten en uitspugen als een haarbal. Hij zal…’
En dan is hij abrupt stil. Zo abrupt, dat het is alsof iemand de plug uit zijn versterker heeft getrokken. Machteloos moet hij op de grond toekijken hoe mevrouw Bleeker op Padje toeloopt en zonder veel moeite zijn boeien los pulkt.
‘Kom. Naar het natuurkundelokaal. Daar hulp. Snel. Ze hebben het hele circus opgetrommeld.’ Padje struikelt achter haar aan de donkere gangen door. Wanneer ze vlak bij de gang naar het natuurkundelokaal zijn, schrikt hij op van het gekraak van splinterend hout.